Detailhandel stoort zich aan verplichte heffingen KvK
Sinds 1 juli geldt dat ondermeer kerken, stichtingen, boeren en eenpitters zich verplicht moeten inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Dit genereert volgens de Raad Nederlandse Detailhandel (RND) voor de Kamers van Koophandel minimaal 10 miljoen euro extra inkomsten. De Kamers van Koophandel kosten jaarlijks circa 140 miljoen euro.
De RND vindt dat er kritisch gekeken moet worden naar de verplichte heffingen van de Kamer van Koophandel. Een aantal verplichte heffingen kan beter worden omgezet in een vrijwillige heffing. De ondernemer heeft dan de keuze om wel of niet bij te dragen aan de niet-wettelijke activiteiten van de KvK.
Zelfbedacht
De heffing van de Kamer van Koophandel bestaat uit drie delen. En deel is voor het uitvoeren va de wettelijke taak voor de KvK: het handelsregister. Maar ondernemers krijgen ook een - tot heden - verplichte heffing voor zelfbedachte zaken van de KvK zoals voorlichting, advisering en regiostimulering door de KvK.
De RND krijgt veel vragen van ondernemers die zich hebben ingeschreven, maar helemaal geen gebruik willen maken van adviezen of voorlichtingsmateriaal van de Kamers van Koophandel. Het is beter om voor de niet wettelijke taken van de KvK het profijtbeginsel in te voeren. Het is immers logisch dat ondernemers alleen betalen als ze gebruik maken van de voorlichtingsactiviteiten.
Ongevraagd
Ook op de zogenaamde regiostimulering zitten veel ondernemers helemaal niet te wachten. Het is onduidelijk wat de Kamers van Koophandel doen met de inkomsten van deze heffing. De RND krijgt veel klachten van ondernemers die zich storen aan ambtenaren van de Kamers van Koophandel die ongevraagd namens winkeliers met gemeenten praten over winkeltijden en te pas en onpas adviseren over vestigingsplaatsen van winkels.
De RND vindt het bovendien onacceptabel dat ambtenaren van de Kamer van Koophandel gemeenten adviseren om gemeentelijke reclamebelasting in te voeren die door ondernemers verplicht aan gemeenten moet worden afgedragen.
Ondernemers worden in veel gemeenten geconfronteerd met stapels nieuwe lokale belastingen. Ondernemers begrijpen niet waarom de Kamers van Koophandel, waaraan men een wettelijk verplichte heffing betaalt, hier een voorstander van zijn, aldus Pieter Walraven van de RND.
Startersdag KvK Nijmegen (Foto: Nijmegen Online.nl)
Niet mee eens
In een reactie laat de Kamer van Koophandel weten het niet met de kritiek eens te zijn: "Om onze wettelijke taken te kunnen uitvoeren betaalt elke ondernemer een bij wet vastgestelde heffing en betalen ondernemers kostendekkende tarieven voor producten en diensten. De hoogte van de wettelijke heffing is onder meer afhankelijk van rechtsvorm en ondernemingsgrootte. In ruil daarvoor levert de KvK een groot aantal vrij toegankelijke activiteiten voor alle ondernemers, zoals bijvoorbeeld een themadag Wet en Regelgeving, de Internationale Handelsdag en ook de Nationale Startersdag voor mensen die een eigen onderneming overwegen. Ook werken de Kamers van Koophandel voortdurend aan verbetering van omstandigheden voor ondernemers in de regio middels een hecht netwerk van ruim 50 Kamer van Koophandel kantoren. Daarnaast zijn er meer op de individuele ondernemer gerichte producten en diensten die tegen kostprijs worden aangeboden: hulp bij het maken van een ondernemingsplan, een maatwerkgesprek, een seminar over bedrijfsovername, etc.
Wie betaalt?
Het profijtbeginsel, degene die gebruikt en profiteert moet ook de prijs betalen, wordt al sinds jaar en dag toegepast. Door toepassing van dit profijtbeginsel zijn de wettelijke heffingen veel lager dan ze anders zouden zijn. De werkgevers- en werknemersorganisaties maken deel uit van de Algemeen Besturen van de Kamers en zien toe op een efficint en effectief opereren van de Kamers. Ook de Minister van Economische Zaken en het Parlement controleren periodiek of de KvK de juiste dingen doet."
De KvK geeft bovendien aan dat de heffingen van de Kamers met gemiddeld 25% zijn gedaald, door de voortdurende aandacht voor mogelijkheden om efficinter te werken.