Werkgever wil flexibiliseren, werknemer liever niet
Werknemer wil geen zzp'er zijn

Werkgever wil flexibiliseren, werknemer liever niet

Redactie Baaz

Flexibilisering van het arbeidspotentieel is een onomkeerbare trend. Toch zijn werknemers huiverig om als zzp'er aan de slag te gaan. Ze vrezen financiële onzekerheid en arbeidsongeschiktheidsrisico’s.

Benchmarkonderzoek voorspelt krimp loondienst

Voor dit jaar verwacht bijna een derde van de Nederlandse hr-managers minder mensen in loondienst te hebben. Vooral in de non-profitsectoren als de zorg en overheid wordt een forse krimp van het aantal vaste medewerkers voorspeld. Dit is een van de uitkomsten van het jaarlijkse HR-Benchmarkonderzoek van Raet, een specialist in hr-cloudoplossingen. De studie, uitgevoerd onder 1146 werknemers, 506 hr-managers en 117 bestuurders, toont tegelijkertijd aan dat het aantal flexwerkers zal toenemen, en dan vooral in de zakelijke markt.

Werknemer blijft liever zitten waar hij zit

Hoe graag werkgevers het ook willen, werknemers in vast loondienst zullen niet zo snel de overstap maken naar het zzp-schap. Slechts een ontmoedigende 3 procent van de Nederlanders overweegt ooit voor zichzelf te beginnen. Zo'n 15 procent van de ondervraagden overweegt de stap, maar het overgrote deel ziet een bestaan als zzp'er niet zitten. Belangrijkste redenen voor deze terughoudendheid zijn financiële onzekerheid (54 procent) en arbeidsongeschiktheidsrisico’s (45 procent). Zelfs van Generatie Y kunnen werkgevers weinig verwachten. Dachten we allemaal dat flexibiliteit hun mantra was, 64 procent van deze generatie wil pertinent niet voor zichzelf beginnen.

Flexibiliseren als must voor de bestuurder

Lastig voor werkgevers, want die hebben natuurlijk liever een groot flexibel arbeidsreservoir waar ze naar believen uit kunnen putten. Zo'n 70 procent van de bestuurders verwacht in de nabije toekomst werknemers met andere competenties nodig te hebben. Dit om snel in te kunnen spelen op veranderende marktomstandigheden. Een flexibele schil van zzp'ers is dan wel zo handig, omdat je vaste krachten weer moet trainen of omscholen.

Loondienst wordt een strategische last

En dat brengt ons meteen op de andere achilleshiel van werkgevers – het tekort aan specialistische vaardigheden. Als werkgever dicht je die kenniskloof niet even met een training of bijscholing. Zoek je een specialisme, dan huur je een zzp'er in. Meer dan 40 procent van de bestuurders ervaart een tekort aan specialisatie en ziet het als een risico bij de uitvoering van het personeelsbeleid. Het verbaast dan ook niet dat een derde van de bestuurders weinig geloof hecht aan de veranderbereidheid  van hun werknemers. De bestuurders zien hun angstige vermoedens bevestigd door een Generatie Y die blijft zitten waar ze zit. Kortom: strategische personeelsplanning staat voor zowel bestuurders als hr-managers hoog op de agenda.

Flexibiliseren vereist ook een investering door de werkgever

Het zijn overigens niet alleen de werknemers die de flexibiliteitsambities van de top dwarsbomen. Volgens Joke van der Velpen, kennismanager bij Raet, zijn veel werkgevers administratief onvoldoende toegerust op nieuwe flexibele arbeidsrelaties. Toch wordt het steeds belangrijker om medewerkers die niet in loondienst zijn te registreren. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de maximale vergoedingen voor Personeel Niet In Loondienst (PNIL) of het bijhouden van de inzet van gekwalificeerde mensen. Zulke administratieve beheersmaatregelen bij de inzet van flexibele arbeidsrelaties zijn trouwens geen overbodige luxe. Sinds de Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) van kracht is, zijn opdrachtgever en opdrachtnemer samen verantwoordelijk voor de modelovereenkomst om aan te tonen dat er geen sprake is van een fictief dienstverband.

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie