Via de afvalpiramides naar een wereld zonder afval
Reduce, re-use, recycle – dat is wat we moeten doen om de grote afvalberg te verkleinen. Met andere woorden: zo weinig mogelijk consumeren, zoveel mogelijk materialen hergebruiken, en tot slot: recyclen wat nog overblijft. Dit is een vereenvoudigde versie van een zogenaamde afvalhiërarchie of afvalpiramide. Maar om tot een wereld zonder afval te komen, hebben we complexere en uitgebreidere afvalpiramides nodig.
Laten we twee afvalpiramides, die ons kunnen helpen naar een wereld zonder afval, eens nader bekijken en met elkaar vergelijken.
De “Zero Waste International Alliance” (ZWIA)
Deze piramide bestaat uit zeven lagen:
1. Rethink/redesign (ontwerp aanpassen)
Het eerste niveau is gericht op het voorkomen van afvalproductie. Hetzij door afvalvrije systemen te ontwerpen, of door de verkoop te beëindigen van artikelen die eenmalig gebruikt worden en gemakkelijk door alternatieven kunnen worden vervangen.
2. Reduce (verminderen)
Het tweede niveau van deze afvalhiërarchie richt zich op het uitbreiden van de markt voor gebruikte artikelen die nog geen afval zijn geworden. Eigenlijk gaat het hier om onderbenutte activa in onze economieën. Het doel is te voorkomen dat ze verloren gaan en in plaats daarvan manieren te vinden om ze opnieuw in de economie te integreren.
3. Reuse (hergebruik)
Op het derde niveau wordt hergebruik voorbereid. Het gaat hierbij om het reinigen, herstellen en opknappen van afval om er weer bruikbare producten van te maken.
4. Recycling/compostering
Het vierde niveau van deze hiërarchie is gericht op de omzetting van gescheiden ingezameld afval in hoogwaardige secundaire grondstoffen, wat het laatste redmiddel voor duurzaam grondstoffenbeheer zou moeten zijn.
5. Materialen recupereren
Hierbij ligt de nadruk op het winnen van waardevolle materialen uit gemengd afval en sorteerprocessen. Dit strookt met de beginselen van een circulaire economie, die erop gericht is materialen en hulpbronnen in omloop te houden, terwijl er bij thermische behandeling doorgaans een verlies van hulpbronnen optreedt. Systemen met een hoog percentage gescheiden inzameling, zoals vereist door de nieuwe EU-afvalwetgeving, bieden een kosteneffectieve manier om de waarde van hulpbronnen te behouden. Deze systemen laten ook toe om grondstoffen terug te winnen en gemengd afval biologisch te behandelen. Nieuwe technologieën voor chemische recycling, die gebruikte polymeren omzetten in nieuwe materialen, passen ook binnen dit niveau zolang zij worden gebruikt op afval van sorteerprocessen en niet op gescheiden ingezamelde stromen.
6. Residuals management
De huidige EU-afvalwetgeving schrijft de gescheiden inzameling van afvalstromen voor waardoor het grootste deel van het biologisch actieve afval niet bij het restafval terechtkomt. Door middel van voorafgaande biologische stabilisatie kan dit afval veilig worden verwijderd.
7. Onaanvaardbaar: verbranding en waste-to-energy
In deze hiërarchie worden opties die de overgang belemmeren, hulpbronnen verspillen of schadelijk zijn voor het milieu, als onaanvaardbaar beschouwd. Het storten van niet-gestabiliseerd afval, afvalverwijdering en verbranding zijn verouderde praktijken die in strijd zijn met de EU-doelstellingen om CO2-uitstoot te verminderen.
De kaderrichtlijn Afvalstoffen van de Europese Unie
De “EU Waste Framework Directive” of de kaderrichtlijn Afvalstoffen van de Europese Unie bestaat uit vijf niveaus:
1. Preventie
2. Voorbereiden om opnieuw te worden gebruikt
3. Recycling
4. Recuperatie (inclusief verbranding als hiermee energie wordt opgewekt)
5. Verwijdering (inclusief het gebruik van stortplaatsen)
Deze piramide heeft duidelijk sterke gelijkenissen met het ZWIA-model, maar hierin verschilt bijvoorbeeld de volgorde waarin storten en verbranden de voorkeur krijgen. Beide afvalbehandelingen veroorzaken aanzienlijke milieuschade. De keuze is een kwestie van prioriteiten en details van de behandeling. De EU-piramide geeft de voorkeur aan verbranding boven storten, maar dan wel op voorwaarde dat er sprake is van terugwinning van energie. Dit kan bijvoorbeeld energiebronnen vervangen die gebaseerd zijn op fossiele brandstoffen. Desondanks komt er bij de energie die in Europa wordt geproduceerd door verbranding ruwweg twee keer zo veel koolstof vrij dan bij gemiddelde netenergie. Verbranding vergt in elk geval minder ruimte in vergelijking met stortplaatsen en voorkomt ook de uitstoot van methaan uit stortplaatsen.
De ZWIA-piramide geeft daarentegen voorrang aan een minimale mate van storten boven verbranding, die in dit model als "onaanvaardbaar" wordt beschouwd. Biologische stabilisatie is daarin wel cruciaal om de methaanuitstoot aan te pakken, in combinatie met een zorgvuldige evaluatie van de mogelijkheden voor toekomstige afvalvermindering.
De afvalhiërarchie toepassen
Alle inspanningen om het ontstaan van afval te voorkomen, waaronder herontwerp, reductie, hergebruik, reparatie en renovatie, zijn welkom. De afvalberg verkleinen kan ook door geen dingen te kopen die je niet nodig hebt. En als je een item nodig hebt, valt te overwegen om het item te lenen of tweedehands te kopen indien mogelijk. Als het toch echt nodig is om een nieuw product te kopen, let dan goed op de materialen waarvan het product gemaakt is (wanneer die informatie beschikbaar is). In welke mate bestaan ze bijvoorbeeld uit gerecycled materiaal? Of wat is de grootte van de koolstofvoetafdruk? En hoe recyclebaar zijn de materialen als de levensduur van het product voorbij is? Door je zulke dingen af te vragen, creëer je je eigen afvalpiramide.
Een wereld zonder afval lijkt momenteel misschien nog een utopie, maar als we de richtlijnen uit de afvalhiërarchie toepassen, kunnen we al een heel eind komen. Als we bovendien gebruikmaken van de modernste technieken om afval, dat op deze manier toch nog ontstaat, te verwerken en om te zetten naar herbruikbare materialen, komt dat ideaal zelfs nog dichterbij.