Rechter draait faillissement Spyker terug
Onlangs schreven we dat de Nederlandse autofabrikant Spyker door de rechtbank failliet was verklaard. Dezelfde uitspraak is vandaag, 29 januari 2015, door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, in hoger beroep vernietigd verklaard.
In december schreven we dat de Nederlandse autofabrikant Spyker aan het kortste eind had getrokken en failliet werd verklaard. Topman Victor Muller zei al dat hij er alles aan zou doen om het bedrijf niet ten onder te laten gaan en dat is niet gelogen. In hoger beroep is de eerdere uitspraak van faillissement teruggedraaid en bevindt het bedrijf zich nu weer in surseance van betaling, een stap in de goede richting, maar nog lang niet uit levensgevaar.
Investering
In de uitspraak van het gerechtshof staat dat "derden een bedrag van €4.300.000,- beschikbaar hebben gesteld. Van dat bedrag is €2.200.000,- bestemd voor het dekken van de lopende verplichtingen over de maanden december 2014, januari en februari 2015 en waarmee ook de preferente schuldeisers volledig kunnen worden voldaan. Het resterende bedrag van €2.100.000,- is bestemd voor het aanbieden van een akkoord aan de concurrente schuldeisers van beide vennootschappen." Hiermee lijkt het erop dat Spyker in ieder geval hard aan de weg timmert om het bedrijf weer levensvatbaar te maken.
Maart 2015
Het verzoek van Spyker aan het gerechtshof om de surseance te vernietigen is echter afgewezen. Dit is op basis van de expertise van de curator, die betwijfelt of de ontvangen 4.3 miljoen euro wel genoeg is. Daarnaast betwijfelt de curator of het plan van Spyker wel haalbaar is, met betrekking tot het maken en laten slagen van een akkoord met de schuldeisers in de korte periode die Spyker beschrijft. Om te bepalen of de surseance ook vernietigd kan worden, moet er uiterlijk 10 maart 2015 een akkoord aangeboden zijn.
Schuldlasten
Bijzonder is paragraaf 3, sectie 12 van de uitspraak, waarin staat dat het bedrijf toch nog een aardige kostenpost heeft mocht het bedrijf, wederom, failliet verklaard worden. Zo staat er: "Vast staat evenwel dat in faillissement de schuldenlast ruim €33.000.000,- hoger zal zijn dan in surseance, onder meer omdat in dat geval Saab GB voor haar volledige vordering opkomt, de vorderingen van meerdere crediteuren niet zullen worden omgezet in aandelenkapitaal en de vordering van een grote crediteur uitsluitend in een faillissementssituatie opeisbaar is. De curator heeft ter zitting laten weten dat in geval van faillissement een opbrengst uit de verkoop van activa van ruim €8.000.000,- nodig is om - na voldoening van de faillissementskosten, de boedelschulden en de preferente crediteuren - ook aan de concurrente crediteuren een uitkering te doen in de omvang die de concurrente schuldeisers door middel van het crediteurenakkoord in surseance wordt geboden. Op dit moment acht het hof voorshands aannemelijk dat de surseance gunstiger is voor de schuldeisers dan een faillissement."