Gemeenten: meer geld in citymarketing
Berenschot hield de dertig grootste Nederlandse gemeenten tegen het licht. In de komende collegeperiode blijven die investeren in citymarketing, ondanks dat ze op veel fronten bezuinigen.
Met citymarketing willen de gemeenten zichzelf verkopen om zo toeristen en bedrijven te trekken. Berenschot ziet wel trends. Zo zoeken steden sterker verbinding met hun omgeving om zich gezamenlijk (inter)nationaal op de kaart te zetten. Amsterdam, Haarlem, Maastricht, Delft, Sittard-Geleen, Den Haag en Westland zijn volgens de organisatieadviseur goede voorbeelden.
Meer dan in het verleden richten steden zich, naast promotie, ook op het versterken van 'het product': het daadwerkelijk aanbod dat de stad aantrekkelijk maakt. Dit is het geval in Breda, Nijmegen, Ede, Delft en Eindhoven. Maastricht, Nijmegen en Amsterdam zetten de komende jaren in op het stroomlijnen en effectiever maken van het verkopen van zichzelf.
Ontbreekt
Desondanks ziet Berenschot dat veel steden feitelijk niet weten wat ze aan het doen zijn. Zo ontbreekt het benoemen van de strategische opgave van de stad, het formuleren van de onderscheidende positie en het scherp benoemen van doelgroepen. Amsterdam, Den Haag en Almere zijn hierop volgens de organisatieadviseur positieve uitzonderingen.
Citymarketing is vaak niet in het collegeakkoord opgenomen, waardoor de promotieacties van de gemeenten nauwelijks inzichtelijk zijn voor de kiezers. Daarmee creëren de overheden voorts geen draagvlak, stelt Berenschot. Voorts gaan gemeenten er ten onrechte van uit dat ze goedkoper uitzijn door het bedrijfsleven mee te betalen aan de marketing. Gevolg is namelijk dat het bedrijfsleven zou besparen op de uitgaven.
Info: www.berenschot.nl