BaazEthics: Concurrentievervalsing

Redactie Baaz
De overheid waakt over onethische concurrentie tussen ondernemers. De overheid is echter zelf vaak de grootste concurrentievervalser. Koos Hoogland geeft een paar bekende en minder bekende voorbeelden.

De overheid waakt over onethische concurrentie tussen ondernemers. Dit doet zij met toezichthouders als de Nederlandse Mededinging Autoriteit (NMA) en ook de EU heeft een eigen Mededingingscommissaris. Dat is nu Joaquín Almunia, maar de jaren daarvoor waakte onze eigen Neelie Kroes over oneerlijke concurrentie. Enorme boetes werden uitgedeeld aan bedrijven als Microsoft (899 miljoen euro). Goed geregeld zou je zeggen, maar dat is helaas niet helemaal het geval. De overheid is namelijk vaak zelf de grootste concurrentievervalser. Een paar bekende en minder bekende voorbeelden.

Neem de Nederlandse Spoorwegen. Het Rijk is aandeelhouder van de nv Nederlandse Spoorwegen. De aanleg van de Hoge Snelheidslijn (HSL) van Amsterdam via Antwerpen en Brussel naar Parijs kostte zo’n 7 miljard euro. Deze kosten moeten worden terugverdiend met concessies. Dat zijn vergunningen die verleend worden aan een vervoerder die de treindienst gaat uitvoeren. Hiervoor wordt een veiling uitgeschreven waarvoor iedere vervoerder zich kan inschrijven. De hoogste inschrijver krijgt de vergunning. Tot zover is er niets mis. Maar wat gebeurt er? Thalys en Fyra (NS, aandeelhouder: De Staat) samen met KLM (aandeelhouder: De Staat) schrijven voor zo’n hoog bedrag in, dat de lijn nooit rendabel kan worden geëxploiteerd. De andere inschrijvers (onder andere Richard Branson van Virgin Airlines, die in Engeland diverse treintrajecten exploiteert) vissen achter het net. Een paar jaar later dreigt een faillissement en de Minister van Infrastructuur, Melanie Schultz van Haegen, scheldt de achterstallige betalingen kwijt. Op kosten van de belastingbetaler. De monopolist NS blijft op de lijn.

Een ander voorbeeld: de ziektekostenverzekering. In een poging greep te krijgen op de alsmaar stijgende ziektekosten van onze vergrijzende maatschappij heeft Hans Hoogervorst als stoere VVD-minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de gezondheidszorg geprivatiseerd en gecommercialiseerd. De gedachte hierachter is dat ziekenhuizen gaan concurreren, tandartsen goedkoper worden, de patiënt kan gaan shoppen. De werkelijkheid is totaal anders. Door de voortdurende overheidsbemoeienis is er geen volledige vrije markt en kan er van echte concurrentie dan ook nimmer sprake zijn. De tandartstarieven worden hoger; de premies worden almaar duurder; de verzekeringsmaatschappijen krijgen het voor het zeggen. De overheid heeft een stok gevonden om de hond te slaan: de huisartsenvereniging krijgt van de NMa een boete van 8 miljoen euro wegens haar vestigingsbeleid.

Ten slotte nog een voorbeeld op mijn eigen terrein. De grote gemeenten (Amsterdam en Rotterdam) hebben een eigen Bureau Integriteit. Ook het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft het BIOS (Bureau Integriteitbevordering Openbare Sector). De Vereniging Nederlandse Gemeenten is betrokken bij de oprichting van het Bureau BING. De universiteit Nijenrode besteedt veel aandacht aan businessethiek. Al deze belangstelling voor integriteit is een goede zaak, dat is zeker. Minder ethisch verantwoord is dat deze met overheidsgeld opgetuigde organisaties de boer op gaan met trainingen, adviezen, onderzoeken. Hun opdrachtgevers zijn (buur)gemeenten, overheidsinstellingen, bedrijven en non-profitorganisaties en dus werken deze ethici concurrentievervalsend. Net zo concurrentievervalsend als gemeentelijk groenbedrijven ten opzichte van hoveniers en voetbalkantines ten opzichte van de commerciële horeca.

Gaat deze column nu over economie of ethiek? Anders gezegd: Is economie wel mogelijk zonder ethiek? Is een volledig vrije markt wel een ethisch wenselijk systeem. Ja, zegt de financiële wereld in tijden van voorspoed, maar als de verliezen komen houden ze de hand op bij de belastingbetaler. Ik constateer een blinde vlek bij overheden die denken zelf marktpartij te zijn. Dezelfde blinde vlek die van ambtenaren en militairen gewone werknemers wil maken. Als je bij de overheid werkt, sta je in dienst van het algemeen belang. Als je uitgezonden wordt als militair naar conflictgebieden elders in de wereld dan doe je dat vanuit de verheven positie van ‘peacekeeper’ (UN) en niet als werknemer van de eerste de beste ‘handelaar in oorlog en vrede’. De overheid met het opgeheven vingertje is als het op ethisch handelen aankomt vaak zelf de weg kwijt.

Redactie Baaz
Door: Redactie Baaz
Redactie

Redactie Baaz

Redactie