Baas baziger dan hij zelf denkt
Onderzoek naar bazen en werknemers
Leidinggevenden en hun personeel zijn het over veel zaken eens, maar zeker niet over alles. Zo stelt 59 procent van de bazen dat hiërarchie en bureaucratie verleden tijd zijn in hun organisatie, maar vindt 68 procent van de werknemers dat dit nog niet zo is. Dat blijkt uit het Nationaal Leiderschapsonderzoek.
Het Nationaal Leiderschapsonderzoek is een jaarlijks terugkerend onderzoek waaraan dit jaar 558 leidinggevenden en 116 van hun medewerkers meededen. Er zijn nog meer punten waarop bazen en werknemers van mening verschillen, zoals de leiderschapsstijl. De bazen beoordelen hun eigen stijl van leidinggeven gemiddeld met een 7,6, maar de medewerkers houden het op een 6,4. En negen op de tien leidinggevenden geven aan dat werknemers binnen de door hen uitgezette koers genoeg vrijheid krijgen om de doelstellingen te realiseren, maar slechts 62 procent van de medewerkers is het daarmee eens.
Beleid voor talent is cruciaal
Als het op het omgaan met talent aankomt, is er meer overeenstemming tussen leidinggevenden en werknemers. Een ruime meerderheid van beide groepen vindt dat talentgerichte organisaties succesvol zijn, omdat zij mensen boven procedures en functies stellen, dat talent meer talent aantrekt en dat een actief beleid op dit vlak de enige manier is om als organisatie te overleven. Een andere uitkomst van het onderzoek is dat leidinggevenden veel meer vertrouwen hebben in de toekomst van hun bedrijf. Bijna driekwart van de bazen verwacht dat hun organisatie over drie jaar sterker is dan nu; bij de medewerkers geldt dat voor 42 procent.
De deelnemers aan het onderzoek
Het Nationaal Leiderschapsonderzoek bestaat uit een kwantitatief en een kwalitatief deel. Bijna alle leidinggevenden die meewerkten aan het onderzoek zijn (mede) verantwoordelijk voor de visie en strategie van hun organisatie. Ze hebben gemiddeld zestien jaar ervaring in een leidinggevende functie. 72 procent is man met een gemiddelde leeftijd van 50 jaar. Voor meer informatie en overige conclusies uit het onderzoek kun je terecht in het volledige rapport.